Mijn vriend Lowie van Herpen overleed op 21 april na een kort ziekbed. Ooit kwam hij op Bellevue, maar veel vaker kwam Bellevue naar hem toe. Om wijn mee te nemen uit Frankrijk, maar veel meer nog om zijn verhalen aan te horen, te genieten van zijn Schotse ballades en van zijn kennis van wijn en whisky. En ofschoon bijna niemand van onze gasten Lowie en zijn Jennifer kende, hier toch een interview dat ik ooit, samen met fotograaf Peter Schat, met hem maakte voor het Noord-Hollandse magazine Days.
Verlangen naar de selkies, die verdoemde creaturen die half mens zijn en half zeehond? Heimwee naar de mistflarden over de Highlands, zo mooi beschreven door Robert Burns én Bob Dylan? Of gewoon trek in een haggis, dé klassieker van de Schotten: schapenmaag gevuld met orgaanvlees?
Het is natuurlijk een optie om naar Schotland te gaan en je daar te laven. Maar makkelijker is een fietstochtje naar Heemskerk. Meer precies: naar The Spirit of Wine, met afstand de leukste slijterij van Noord-Holland. Met een halve Schot aan het roer: Lowie van Herpen, terzijde gestaan door zijn Jennifer.
Eerlijk, het lijkt wel een bruine kroeg of een ouderwets proeflokaal daar aan de Maerelaan. Een kabinet vol dromen. Dromen van verre reizen en de sprong van de zalm, over gestolen fietsen en Franse arrogantie. Maar laat het Lowie vooral vertellen, want de man (1961, gestoken in colbert met Schotse ruit) is – om het maar eens toepasselijk uit te drukken – een vat vol verhalen. Of nee, eerst het verhaal over Van Herpen zelf. Studeerde Engels in Amsterdam en kwam voor zijn stage ‘per abuis’ terecht in Schotland. En je weet hoe dat gaat met jonge jongens: verslingerd geraakt aan een Schotse deerne (niet onbelangrijk detail: de dochter van een kroegbaas in Perth), zodat het een lang verblijf werd. Wat Lowie een accent voor het leven opleverde én een diepe liefde voor het land.
Enfin, terug in Holland een baantje gevonden bij een slijterij, om zijn in Perth achtergelaten centen weer terug te verdienen. Waarmee een tweede liefde werd geboren: die voor wijn. Dus dat begint er al aardig op te lijken, want nu hebben we de ‘spirit’ (niet alleen Engels voor geest of ziel, maar tevens voor sterke drank, waar in Schotland geen gebrek aan is) en we hebben ‘wine’. ,,Het verhaal over de naam van onze zaak is iets ingewikkelder’’, zegt Van Herpen, met een van zijn meest dierbare flessen whisky in de hand: een 17 jaar oude Bruichladdich, door whisky-kenner Malcolm Greenwood zelf gebotteld in 2002. ,,Ik ontmoette Malcolm eind 2003 hier in Holland en hij gaf me niet alleen die fles maar ook zijn boek over whisky. Het leeslint lag op een bladzijde over het stoken van ‘spirit of wine’. Een dag later keerde hij terug naar Schotland en schoot hij zich door het hoofd.’’
Over spirit gesproken… Misschien is dat – in weerwil van de gezelligheid van piano en antieke vitrines vol drank, brandende kaarsen en trossen oesterschelpen, de stamtafel-met-hondenmand-eronder en de oude waag van bakkerij Schuyt – wel de ziel van de slijterij: dat in iedere fles een verhaal lijkt verstopt. Zoals dat van de Heemskerck, het schip waarmee Abel Tasman eind 1642 Tasmanië ontdekte. ‘Heemskerk’ staat op het etiket van de fles die Lowie omhoog houdt. ,,Deze Australische wijnmaker kent zijn historie, dus noemde hij zijn wijn naar het schip van Tasman, dat op zijn beurt uiteraard weer was genoemd naar ons dorp. Maar internationaal betekent Heemskerk natuurlijk niks. Vandaar dat de bubbels die hetzelfde wijnhuis ook maakt (Lowie ‘plopt’ de kurk eraf en schenkt de glazen in) nu Jansz. heet, genoemd naar de stuurman van de Heemskerck.’’
Op de stamtafel verschijnen intussen de eerste happen, waar een niets vermoedende klant met enig geluk eveneens deelgenoot van wordt: Schotse zalm in whisky gemarineerd (waar anders in, vraag je je af), zelfgemaakte paté van zalm, eigenhandig gebakken sodabrood en gezouten boter. En meer wijn komt er natuurlijk ook. Uit Duitsland ditmaal (Scharzhof uit 2013), waar een neef van de van oorsprong Duitse Jennifer nota bene toprieslings maakt. De neus lijkt iets rokerigs te hebben. Van Herpen: ,,Een oud omaatje had een jas gemaakt van Schotse wol. Van schapen die twee dagen per jaar géén regen zien, kun je nagaan. Na een wandeling hing ze hem altijd te drogen voor de kolenkachel. En dan niet een keer, maar veertig jaar lang hè. En al die tijd gebruikte ze, vanzelfsprekend, ook 4711 als eau de cologne. Die mengeling van geuren, daar doet deze Scharzhof me aan denken.’’
Met de cock-a-leekie(soep van kip en prei) komt ook Robert Burns, de nationale dichter van Schotland, ter tafel. Immers, de lekkernij is het vaste voorgerecht tijdens Burns Supper, de maaltijd die over de hele wereld wordt genoten op 25 januari, de geboortedag van de poëet. De goede man beschreef niet alleen de Schotse Hooglanden prachtig (‘My heart’s in the Highlands’, door Bob Dylan letterlijk geciteerd in zijn ‘Highlands’), maar was tevens een Don Juan met, volgens Lowie, ’36 kinderen bij evenzovele vrouwen’.
Er komt een fles whisky bij, maar dan wel een lege… ,,Deze Buchannans Black&White kocht ik in Normandië, bij een museum op een van de herdenkingsstranden. Opgegraven uit het zand, bij het wrak van een landingsvaartuig uit de Tweede Wereldoorlog. Ik ontmoette er een Canadees die de landing van D-Day daadwerkelijk had meegemaakt. Hij vertelde dat ze die whisky onder de harde banken waarop ze zaten hadden staan en hoe ze de flessen vlak voor de landing open maakten. In de overtuiging dat ze zouden gaan sterven. Dus dan maakten een paar slokken whisky ook niks meer uit…’’
En zo gaat het voort met verhalen. Over een fles Australische bubbels bijvoorbeeld. Diagonaal over het etiket loopt een rode band, die ook het etiket van de Franse champagne ‘Mumm’ siert. ,,Toen de Fransen die rode band zagen, daagden zij de Australiërs voor de rechter omdat hun beeldmerk zou zijn gestolen. De aussies betoogden voor de rechtbank dat zij de rode band over het etiket al twintig jaar eerder hadden vastgelegd en dat zíj dus eigenlijk de makers van Mumm zouden moeten aanklagen. Maar zo onaardig wilden ze niet zijn, dus liep het met een sisser af. Behalve dan de Australische mousserende wijn die het jaar daarop op de markt kwam, een bijzondere naam had: ‘Dadd’!’’
Nu ja, nog twee korte anekdotes dan. Over die keer dat Lowie Dirk van der Niepoort ontmoette, nazaat van Nederlanders die al zes generaties in Portugal wijn en port maken. ,,Dirk zocht een Hollandse naam voor zijn nieuwe wijn. Mocht niks zijn met molens of klompen of tulpen. Ik zei: ‘Doe iets met fiets, dat is heel Hollands’. Zegt een man naast me, een rasechte Amsterdammer: ‘Ja, as-ie tenminste niet is gejat…’ Dus dat is de naam geworden: ‘Gestolen fiets’. Enige tijd daarna kreeg ik van Dirk een fles opgestuurd. Geen gewone, maar een van zestien liter!’’
Bij het dessert tipsy laird, het Schotse antwoord op de Engelse sherry trifle komt andermaal whisky op tafel. Maar het verhaal gaat over wijn. Over de makers van Vignamaggio, een prachtige rode uit Toscane. ,,De oervader, Geraldino, had twee dochters. Eén ervan was hij zo kwijt, de andere – Lisa – wilde maar niet aan de man komen. Totdat pa een rijke grijsaard voor haar aan de haak sloeg. Voor het huwelijk vroeg hij een bevriende kunstenaar, Leonardo, om een portret van haar te maken. De artiest heeft het doek van de Toscaanse ‘monna’ (Italiaans voor mejuffrouw) nooit aan het bruidspaar gegeven. Hij nam het veel later mee naar Parijs, waar het nu in het Louvre hangt. Inderdaad, de Mona Lisa.’’
Ten afscheid pakt Lowie zijn gitaar en zingt een paar prachtige Schotse ballades. Over heimwee naar de Highlands en de rozen van de liefde. De vergelijking dringt zich op: in het kale landschap van drankwinkels in Noord-Holland, is The Sprit of Wine als een roos.
Maar die roos is niet meer…