Allerliefste Lee,
Nu je niet meer bij ons bent, vinden we het fijn om nog eens even tegen je aan te kletsen. En omdat je al bijna een jaar stokdoof was, doen we dat maar per brief. Niet dat je nog lezen kon hoor, want door staar aan beide ogen bijkans stekeblind, maar zo in letters gevangen, heeft het toch meer eeuwigheidswaarde. Want dat heb jij voor ons: eeuwigheidswaarde. En daar heb je het helemaal zelf naar gemaakt. Door met afstand de leukste hond op Bellevue te zijn. Nu was er verder meestal ook geen hond te bekennen hoor, maar toch…
Neem de manier waarop jij omging met andere viervoeters die Bellevue bezochten: nooit een wanklank, al waren ze nóg zo opdringerig. Nu ja, soms gaf je wel eens een grauw en een snauw, waarvan zelfs die Leonberger-van-ooit, waar jij wel drie keer in kon (en dan heb ik het alleen over zijn maag hè), diep onder de indruk was.
Ook buiten de deur gedroeg jij je doorgaans voorbeeldig. Enfin, eenmaal uit eten, mocht je graag andere tafeltjes frequenteren. Dat lag er een beetje aan waar de lekkerste gerechten geserveerd werden. Daar zat jij dan meestal ook. Weet je nog, die keer in Châteauneuf, dat we je kwijt waren? En wij maar zoeken en zoeken in alle hoeken van het historische stadje, maar nergens een Lee te bekennen. Totdat we naar binnen gingen in een restaurantje dat we nogal eens bezochten. Zat jij daar doodleuk onder een tafeltje. Aan de voeten van wildvreemden, wat te snacken…
We denken trouwens toch dat jij van álle Bourgondische honden het meeste restaurantervaring had. Overal kon en ging je mee, om van onder tafel een vorkje mee te prikken. Zelfs Paul Bocuse*** bij Lyon bezocht je tweemaal. Tot verrukking van de bediening, wier harten je stal. Ook Lameloise*** in Chagny mocht zich in jouw aanwezigheid verheugen. Hoewel… Misselijk van alle snaaiwerk op de markt het uurtje ervoor, kotste je het halve tapijt van die tent onder, weet je nog? Het komt door jou, denken wij wel eens, dat ze kort na ons bezoek de hele vloerbedekking daar hebben vervangen. Ja, en dankzij onze rekening voor het eten, natuurlijk.
Het laatste jaar maakte je alle uitstapjes in je eigen poucette, zoals een buggy in Frankrijk heet. Mijn hemel wat heeft de baas een sjans gehad met allerhande vrouwen van diep-middelbare leeftijd, alleen maar omdat ze boven jouw wandelwagentje naar je stonden te kirren. En ik – met het zweet op ’t voorhoofd – maar zeggen: ‘Ja ja, heerlijk voor de hond maar minder voor zijn baas’. Waarop ze me stuk voor stuk begrijpend aankeken.
Zelf had je over verloofdes trouwens ook niet te klagen. Mijnheer van Dijk, de kat, was wel je grootste liefde. Ook al mocht-ie dan graag bovenop je zitten. Van de honden was Chico de eerste natuurlijk; en ook Biggy mocht (en mag!) er zijn, net zoals Saar en Toby en Taat…
En nu missen we je enorm. Hoewel… Morgenochtend eten we voor het eerst sinds misschien wel een jaar onze gekookte eieren weer eens heet. ‘Wat heeft dat er nou mee te maken’, hoor ik je denken?!? Nou, weet je nog dat we elke ochtend minstens tien minuten bezig waren met het hapklaar maken van al je medicijnen? Een pil voor de blaas en een pil voor het bloed. Een plaspil, een pil voor je hersens (klein pilletje, vanzelf) en een pil voor je longen. En verder een poedertje voor je darmen en een poedertje tegen de spuit. Hop, eieren koud…
Vanavond zal het saai zijn. Niet meer voor het slapen gaan met jou in de armen naar het einde van de straat. Daar aangekomen op de grond gezet. Dan móest je wel teruglopen en en passant poepen voor het hek van de boze buurman. Dan was je onze heldin.
En vannacht, vannacht gaan we je ook missen. Niet meer elke twee uur die nageltjes op de houten vloer, omdat je slaapdronken naar de keuken waggelde om te gaan plassen. Of erger. Niet meer bij je pitten op de bank omdat je zo onrustig was, van de kortsluiting in je koppie. Niet meer in de ochtendjas op het erf om voor te doen hoe je buiten moest piesen…
Mijn god Lee, we hebben wat genoten en lopen kloten samen. Maar weet wel dat we het duizend keer zouden overdoen als je daarvan beter was geworden. Maar wat willen we nou eigenlijk: beter dan de beste hond kun je toch niet zijn?!? Nou ja, dat wilden wij nog even kwijt. Aan Leetje. Voor de eeuwigheid.